Taaladvies
Alfabetische lijst
0-9·A·B·C·D·E·F·G·H·I·J·K·L·M·N·O·P·Q·R·S·T·U·V·W·X·Y·Z
Algemene teksten
- Officiële benamingen, vaktermen en afkortingen: invoering en samenstelling (algemeen)
- Omschreven trappen van vergelijking (algemeen)
- Onovergankelijk gebruik van overgankelijke werkwoorden (algemeen)
- Opmaak van een zakelijke brief in België (algemeen)
- Opmaak van een zakelijke brief in Nederland (algemeen)
- Opmaak van een zakelijke e-mail (algemeen)
Vraag en antwoord
- Objectief ('doelstelling')
- Of aan het begin van de zin
- Officiers / officieren
- Oisterwijk (uitspraak)
- Okay / O.K. / o.k. / okee / OK / oké
- Olifant (afbreking)
- Om (het is moeilijk - dat te geloven)
- Om (hij ging weg - niet meer terug te komen)
- Om + infinitief
- Om beurt / om de beurt / om beurten
- Om het uur
- Om na graadaanduiding (mans genoeg -)
- Om ter hardst / om het hardst
- Oma's fiets / oma's-fiets
- Omdat / doordat
- Omdat aan het begin van de zin
- Omhaling / inzameling / collecte
- Omkadering
- Ommelet / omelet
- Omslag / briefomslag / envelop
- Omstaanders / omstanders
- Omwille van (redengevend)
- Omzeggens
- Onafgezien van / afgezien van
- Ondanks dat
- Onder / in de arm nemen
- Onder andere / onder anderen
- Onderdeel uitmaken van / deel uitmaken van / onderdeel zijn van
- Onderhavig
- Onderlijnen / onderstrepen
- Ondermeer / onder meer, zondermeer / zonder meer
- Ondernemer / aannemer
- Onderschrijven / inschrijven, intekenen op
- Ondervragen / overhoren
- Onderwijskundige / onderwijsdeskundige
- Onevenwicht / onevenwichtigheid
- Ongelofelijk / ongelooflijk
- Ongelovige / niet-gelovige
- Onguur / guur
- Online winkel / online-winkel / onlinewinkel
- Onmeedogend / meedogenloos
- Onophoudelijk / zonder ophouden
- Ons / onzes inziens
- Ontberen: het ontbeert ons aan / wij ontberen
- Onthaal / ontvangst
- Ontkennende vraag beantwoorden
- Ontlenen / lenen, uitlenen
- Ontruimen - evacueren
- Ontsnappen / ontgaan (Dat ontsnapt mij / dat ontgaat mij)
- Onuitgegeven / ongekend
- Onverlet (laten)
- Onverwachtse / onverwachte
- Onze uiterste best / ons uiterste best
- Ooit (de grootste -)
- Op (het) vlak van / op (het) gebied van
- Op / aan het einde van (de maand)
- Op / in de bus
- Op / in een week (tijd)
- Op antenne / in de ether
- Op de duur / op den duur
- Op een haar na (missen/raken)
- Op het scherpst / scherp van de snede
- Op hun / zijn plaats (beschuldigingen zijn hier niet -)
- Op internet / op het internet
- Op punt stellen, op punt staan
- Op restaurant gaan / naar een restaurant gaan
- Op vraag van / op verzoek van
- Op zak steken / in zijn zak steken
- Op zowel maandag als op dinsdag / op zowel maandag als dinsdag / zowel op maandag als op dinsdag / zowel op maandag als dinsdag
- Opbrengsthuis / opbrengsteigendom / beleggingspand
- Opdat / zodat
- Opendeurdag / open dag
- Openen / instellen (een onderzoek -)
- Openen: het museum opent / wordt geopend
- Openhouden / houden / hebben (een winkel -)
- Openingsuren / openingstijden
- Openverklaring / vacature
- Opgehouden te bestaan (het heeft / is -)
- Opmaken / aanleggen / samenstellen (een dossier - )
- Opmerken (zich laten -) / (willen) opvallen
- Opportuniteit / kans / gelegenheid
- Opschorten / schorsen
- Opvolgen (een dossier -)
- Opzet (de / het)
- Opzetten / aanzetten (de televisie -)
- Ordewoord
- Organigram / organogram
- Organiseren / houden (een congres -)
- Oudgriekse / Oud-Griekse / oud-Griekse voorwerpen
- Oudst / oudste bekende stad (de -)
- Ovalen / ovale tafel
- Overhaald / overgehaald (hij heeft me -)
- Overleden in / op de leeftijd van 99 jaar
- Overleggen: overlegd / overgelegd
- Overmaken (informatie -)
- Overnieuw / opnieuw
- Overschatten / onderschatten (niet te -)
- Overslapen / verslapen (zich -)