Gans / heel

Gans / heel

Vraag

Is het gebruik van gans correct in de volgende zin? Het ganse land kreunde onder de tropische temperaturen.

Antwoord

Nee, gans is geen standaardtaal in de betekenis ‘heel, geheel, volledig’. Wel correct is bijvoorbeeld: Het hele land kreunde onder de tropische temperaturen.

Toelichting

Het woord gans, met als betekenis ‘heel, geheel, volledig’, is vrij gangbaar in België, vooral in de spreektaal. Ook in Nederland komt het wel voor, maar daar heeft het voor veel taalgebruikers een ouderwetse bijklank. Het gebruik van gans behoort niet tot de standaardtaal.

(1a) Na de aanval op een buschauffeur reden er een ganse week geen bussen in de binnenstad. (geen standaardtaal)

(2a) Het ganse Sportpaleis ging uit zijn bol toen Regi zijn handen in de lucht stak. (geen standaardtaal)

(3a) Ze heeft haar ganse platencollectie aan haar neefjes en nichtjes gegeven. (geen standaardtaal)

In de standaardtaal zijn correcte synoniemen heel, geheel, volledig, totaal, compleet.

(1b) Na de aanval op een buschauffeur reden er een hele week geen bussen in de binnenstad.

(2b) Het volledige Sportpaleis ging uit zijn bol toen Regi zijn handen in de lucht stak.

(3b) Ze heeft haar complete platencollectie aan haar neefjes en nichtjes gegeven.

Ook als bijwoord is gans geen standaardtaal. Wel correct is bijvoorbeeld totaal, compleet, helemaal.

(4a) Ik zou dat probleem gans anders aangepakt hebben. (geen standaardtaal)

(4b) Ik zou dat probleem totaal anders aangepakt hebben.

(5a) Toen zijn liefje hem verliet, voelde hij zich gans alleen. (geen standaardtaal)

(5b) Toen zijn liefje hem verliet, voelde hij zich helemaal alleen.

In enkele vaste combinaties en uitdrukkingen is gans wel algemeen aanvaard.

(6) We wensen jullie van ganser harte een mooie toekomst samen.

(7) Ik zit al de godganse dag met dat deuntje in mijn hoofd.

Zie ook

Heel / geheel ( – Europa)
Heel de wereld / de hele wereld

Naslagwerken

Grote Van Dale (2005); Van Dale Hedendaags Nederlands (2006); Koenen (2006); Woordenboek Correct Taalgebruik (2004), p. 89; Correct Taalgebruik (2006), p. 84; Taalwijzer (2000), p. 129; Stijlboek VRT (2003), p. 94; Vlaams-Nederlands woordenboek (2003); Het Witte Woordenboek Nederlands (2007); Prisma Handwoordenboek Nederlands (2009)

bijvoeglijk naamwoord,bijwoord,correctheid en betekenis,grammatica,woordgebruik


tao_adv (C)
1636
j
bijvoeglijk_naamwoord,bijwoord,correctheid,woordgebruik
Woordsoort,Woord of woordcombinatie,Hoofdrubriek
Hoofdrubriek:woordgebruik;Woord of woordcombinatie:correctheid;Woordsoort:bijvoeglijk_naamwoord,bijwoord
21 December 2012
20 January 2017